Blog overzicht
24 juni
Geplaatst op 24-06-2015
De eerste dahlia’s bloeien bijna. Eén of twee zonnige dagen en de knoppen gaan open. Op de kwekerij hebben we honderden potten staan, dit voorjaar geplant in 3-liter potten. De dahlia had jarenlang een beetje een oubollig imago. Het was echt een plant voor ouderwetse boerentuinen, waar een rij grootbloemige en hoge dahlia’s werden aangeplant langs de achterkant van de moestuin. Soms zag je ze staan aan de zijkant van een oprit naar een boerderij. Als je wilde meetellen in de wereld van de trendy tuinmensen, dan moest je niet met dahlia’s komen aanzetten. Veel te gewoon, veel te lastig met al die dikke glimmende oorwormen tussen de bloemblaadjes en veel te bewerkelijk door het omwaaien van de zware bloemstengels. Het tij is sinds een paar jaar volledig gekeerd. Door veredeling en selectie zijn veel nieuwe cultivars ontwikkeld, die lager en compacter zijn. Ook zijn er mooie donkerbladige soorten op de markt, sommigen met gekruld of gekarteld blad. Die hebben een bijzondere sierwaarde. De dahlia is een eeuwenoude bloem, al in de vijftiende eeuw bekend bij de Azteken in Mexico, waar hij gebruikt werd als eetbare knol. Deze “Herfstkoningin” werd in de achttiende eeuw meegenomen naar Europa en vernoemd naar de Zweedse botanicus Dahl (leerling van Linnaeus). In Europa werd de dahlia niet gegeten. Men vond de knollen vies, maar de bloemen vond men geweldig. Aan de Europese vorstenhoven wilde men absoluut de mooiste dahlia’s hebben. Toen die rage een eeuw later was uitgewoed, werd het een gewone burgerplant. Denk maar aan de lage pomponsoorten. Maar nu staat de dahlia weer helemaal in de schijnwerpers. En terecht. Er is geen plant, die vanaf juli tot aan de eerste nachtvorsten in oktober zó rijk en met zóveel mooie kleuren bloeit. Het hedendaagse succes van de dahlia heeft ook te maken met de toepassingsmogelijkheden. De moderne tuinmens heeft ontdekt dat je dahlia’s prima in de pot op terras of balkon kunt zetten. Wat een gemak. Je hoeft de bollen niet te planten of te rooien. Je koopt gewoon een paar potten bloeiende dahlia’s op kleur en je hebt meteen een fleurig geheel. Na verloop van tijd zet je ze een keer op een andere plaats, of je vult er een kale plek in de siertuin mee op. Of je koopt de potten pas ná terugkeer van vakantie en voilà je terras is weer helemaal tiptop. Op onze kwekerij hebben we tientallen soorten staan, van groen- tot donkerroodbladig, met grote of kleine bloemen, met rond of gekarteld blad. Met witte, gele, roze, abrikooskleurige, oranje en rode bloemen. Het is een feestbloem.
Betsy
19 juni
Geplaatst op 19-06-2015
Wie deze pagina leest, maakt kennis met onze nieuwe website. Dat is wel even wennen, een dergelijk professionele outlook. Of niet soms?. Tot nog toe wisten we ons te behelpen met ons ouwetje, waar ik eigenlijk best tevreden mee was en waarmee ik ook goed wist te werken. Maar volgens de kenners (lees vooral jongeren) zag het er allemaal veel te ouderwets uit en gaf het niet voldoende mogelijkheden voor de moderne gebruiker. Allerlei termen vlogen me om de oren: keywords, html, sitemap, images, alt-tag, inline-case, meta-tags, enz. Kortom, er moest dringend gesleuteld worden aan onze website. Dat heeft er uiteindelijk in geresulteerd dat onze websitebouwer, achterachterneef Dirk een compleet nieuw geheel in elkaar gezet heeft. Het is nog niet af, maar we zijn weer online. Als het goed is zijn we nu ook prima te bereiken voor de smartphonegebruiker en is onze minicamping uitstekend te vinden op Google Maps. Ik ben benieuwd. Wat is er in tien jaar tijd veel veranderd op het gebied van informatievergaring. Wie zie je nu nog met een ouderwetse kaart zoeken naar een bestemming? Wie heeft er eigenlijk nog een dergelijk kaart. Ja, ik heb er nog tientallen: allerlei autokaarten en feitskaarten. Ik ben eraan verknocht, maar ik doe er verder niets meer mee. Zo gaat het ook met naslagwerken en encyclopedieën. Als ik iets wil weten ga ik, net zoals de hele wereld dat doet, googlen. Misschien wel het nieuwste van deze tijd, dat het meest gebruikt wordt. Maar hoe zal het over tien jaar zijn? Daar ben ik toch zo benieuwd naar. Kijk, we weten hoe het was en hoe het is, maar niet hoe het zal worden. Hebben we dan nog een smartphone? Waarschijnlijk niet. Hebben we dan allemaal een chippie in onze arm, die op onze mondeling gestelde vraag meteen verbinding zoekt met een databank. Zit er misschien een klein robotje in de chip, dat het antwoord in ons oor fluistert en ook meteen doorseint naar onze individuele databank. Kan de chip misschien onze positie doorgeven aan iedereen met wie we verbinding willen hebben? Ik weet het niet. Eén ding is zeker. Niets blijft zoals het is.
Betsy
16 juni
Geplaatst op 16-06-2015
Het lijkt een echte luizenzomer te worden. Vorige week ontdekte ik op de lupine een paar uitgebloeide stengels met peulen vol groene bladluizen. Dan weet je dat je snel moet ingrijpen, wil je de rest nog redden. Maar ja, tussen weten en doen zit een groot verschil. Een paar dagen later kom ik tot de ontdekking dat het hele lupineveldje één kleverige luizenmassa is geworden. De luizen zelf kleven niet, maar wél de vloeistof die ze uitscheiden. Die vloeistof noem je honingdauw. Dit suikergoedje dient als voedsel voor de mieren. Die zijn er zelfs zo gek op dat ze het achterlijf van de luis masseren om zoveel mogelijk suikerstroop te voorschijn te laten komen. Luizen hebben maar één echt belangrijke natuurlijke vijand, het lieveheersbeestje, maar daar zijn er op dit moment nog niet zoveel van. Dat loopt er altijd iets achteraan in de tuin. Bovendien beschermen de mieren uit eigenbelang de luizen. En dus breidt de luizenkolonie zich dapper uit. Daar hoeven ze niet veel moeite voor te doen, want ze planten zich 's zomers ongeslachtelijk en ook nog eens razendsnel voort. Zo'n 15-20 generaties per jaar is heel normaal. Wat te doen? Ik kan wachten op een flinke regenbui, maar dat kan nog even duren. Spuiten of begieten kan ook met azijn, spiritus of een ander niet al te schadelijk middel? Ik besluit rigoreus in te grijpen. Alle lupineplanten tot een paar centimeter boven de grond afknippen en meteen afvoeren lijkt mij de beste oplossing. Ik ben de luizen kwijt en de planten lopen straks wel weer uit. Met een beetje geluk kan ik in augustus nog genieten van een tweede bloei. Met luizen in de tuin heb je niet bepaald een luizenleven. Info: http://www.moestuintips.nl/
Betsy
14 juni
Geplaatst op 14-06-2015
Er zijn geraniums en geraniums. En nog meer geraniums. Er kan echt een babylonische spraakverwarring over onststaan. Want wat verstaan we onder een geranium. De één denkt aan de Oostenrijkse hanggeranium die zo mooi over de rand van een balkon kan uitwaaieren. De ander bedoelt de ijzersterke vaste plant die de randen van het terras onkruidvrij houdt. En dan zijn er ook nog mensen bij wie een geranium herinneringen oproept aan de vensterbank bij oma en opa. Alle geraniumsoorten behoren tot de familie van de Geraniaceae. De éénjarigen en de kamerplanten vallen onder de pelargoniums. De tuinplanten (de vaste planten) noemen we geraniums. Pelargonium is afgeleid van het Griekse woord pelargos (ooievaarsbek). Geranium is afkomstig van het Griekse woord géranos (kraanvolgelbek=ooievaarsbek). En zo is de verwarring ontstaan. In principe mogen dus alle soorten "geraniums" genoemd worden. Wij hebben op de kwekerij 10-15 soorten die tot de vaste (winterharde) geraniums gerekend mogen worden. Sterke soorten met groen tot grijs blad en een grote verscheidenheid in bloemkleur en bloemgrootte. Het zijn erg gemakkelijke planten, die nauwelijks tot geen onderhoud vragen en waarvan je het hele jaar door bewortelde stukken kunt afscheuren om elders weer uit te planten. De meeste soorten bloeien al in mei/juni. Als je direct ná de bloei de plant flink terugknipt, kun je nog een tweede bloei verwachten aan het eind van de zomer. Achter het huis hebben we een kleine collectie éénjarige (pelargonium) geraniums in potten staan. Die zijn niet winterhard. Ze gaan in het najaar naar binnen. Zodra de kans op vorst verkeken is (hetgeen dit jaar erg lang duurde) mogen ze weer naar buiten. Soms knippen we ze een beetje terug. Soms ook niet. Je kunt er in augustus stekken van nemen en op die manier je verzameling vergroten. Broer Henk is daar erg goed in. Hij verblijdt mij ieder jaar met een paar zelfgestekte soortjes. Behalve de winterhardheid is er nog een verschil tussen de vasteplantgeranium en de eenjarige geranium. De bloemen van de vaste planten zijn symmetrisch, die van de pelargoniums niet. Werken met geraniums is absoluut niet saai. Wat dat betreft klopt het oude gezegde "achter de geraniums zitten" niet.
Betsy
10 juni
Geplaatst op 10-06-2015
Deze week staat bij ons in het teken van het treffen van voorbereidingen voor onze open dag, komende zaterdag. Dit jaar wordt het al de vijfde keer dat we een 'Dag van de Sterretjes' organiseren, een dag waarop geïnteresseerden en liefhebbers van Zuid-Afrikaanse bolletjes kunnen kennismaken met de unieke collectie rood-, geel- en rapsterretjes die in de loop van 20 jaar is opgebouwd. Het unieke zit vooral in het feit, dat de collectie is ontstaan door kruisings- en veredelingswerk. In al die jaren heeft Jaap met zijn kennis van bollen, groene vingers en vooral veel, heel veel geduld nieuwe soorten ontwikkeld, die langer bloeien en mooiere bloemen geven. En nog steeds lukt het hem om ieder jaar weer een paar nieuwe zaailingen aan de collectie toe te voegen, die zich duidelijk onderscheiden van de anderen. Afgelopen maandag heeft Jaap een paar mooie exemplaren uit het assortiment ter keuring aangeboden bij de KAVB, de Koninklijke Algemene Vereniging voor de Bloembollenteelt. De inzending is met een gouden medaille beloond. Dat is toch een geweldige erkenning voor het werk, het vakmandschap en de passie van Jaap. Het is leuk en interessant om deze ontwikkeling van nabij mee te maken en er een steentje aan bij te dragen. Info: http://www.jaapbol.nl
Betsy