• De Nederlandse website
  • The English website
  • Deutsch Sprache
  • Langue française

Blog overzicht

22 juli

Geplaatst op 22-07-2015

Buurvrouw Ella loopt deze week de Nijmeegse Vierdaagse. Het is haar eerste keer. Ze is absoluut niet onvoorbereid van start gegaan. Al in januari liep ze samen met een vriendin de eerste kilometers. En daarna steeds een stukje verder, met droog weer en met regen, op vlakke wegen en op wegen met heuveltjes, met of zonder bepakking, allerlei schoenen uitproberend. Vorige week had ze ruim 600 kilometer training achter de rug. Maandag heeft ze haar felbegeerde startbewijs opgehaald . Ze hoort bij de groep vroege starters en dat betekent dat ze om acht uur naar bed gaat en ’s morgens om half vier vertrekt richting Nijmegen. Het is maar 40 kilometer bij ons vandaan en ze verwacht na een vermoeiende wandeltocht het beste in haar eigen bed te slapen. Ik heb haar maandag gesproken en succes gewenst. Zo te zien stond ze te popelen om aan de Vierdaagse te beginnen. Alle voorbereidingen waren getroffen en samengepakt in een heuptasje waarin zo ongeveer alles zat wat je denkt nodig te hebben, van een flesje water tot een paar zelfgemaakte klosjes ter voorkoming van opgezette “wandelpolsen” toe. Ik voel geen enkele neiging om met haar mee te wandelen. O zeker, ik vind het leuk voor haar, maar mijn benen hebben een hekel aan een dergelijke inspanning. In mijn familie komen nogal wat mensen voor die een matig “onderstel” hebben en ik ben daar één van. In mijn kinderjaren heb ik een paar keer de Airborne Wandeltocht gelopen. Dat was toen 15 kilometer en dat was al veel voor mij, zelfs op die leeftijd. Twee jaar geleden hebben we met neven en nichten van mijn moederskant de schoolroute van onze ouders gelopen van Terlet naar Rozendaal, een tocht van 7 kilometer over hei en door bos. Het was maar goed dat ik daarvoor flink geoefend heb, want anders hadden ze mij halverwege op een bankje kunnen achterlaten. Geef mij maar een fiets. Dat gaat me een stuk gemakkelijker af. Wie weet, doe ik in de toekomst nog eens aan een Fiets Vierdaagse mee. Maar dan wel op een echte ouderwetse Gazelle zonder hulpmotor. Bij de wandelvierdaagse mag je immers ook geen ondersteuning gebruiken.

Betsy

14 juli

Geplaatst op 14-07-2015

Vanmiddag hebben we ons beziggehouden met het snoeien van de heggen. Zodra je de langste dag achter de rug hebt, wordt het tijd om daar over na te denken. Nu zijn er mensen die al vóór 21 juni de heg snoeien. Wij houden daar niet zo van want het betekent dat je in het najaar nog een keer moet snoeien. En één keer vinden wij wel voldoende. Toen ik vijfendertig jaar geleden hier kwam wonen kon ik niet denken dat we ooit nog eens zulke dikke hagen en zoveel bomen en struiken op het erf zouden hebben. Het was destijds een kale bedoening. De oude Amerikaanse eiken stonden voor en opzij van het huis. Er stonden een paar oude appelbomen, een oude perenboom en een paar berken. Dat was alles. Verder groeiden er op het kale zand gulde roede, brandnetels, melde en ander onkruid. Honderden en honderden bomen en struiken hebben we aangeplant. Honderden en honderden zijn gewoon verdroogd, verdord, verdwenen. Jaar op jaar hebben we steeds weer nieuwe exemplaren gepoot, watergegeven, vertroeteld. En ja, na twintig jaar werden de eerste resultaten zichtbaar. Heel voorzichtig begonnen zich haagjes te ontwikkelen, een houtwal, een bongerd, een moestuin. En nu, ja nu ná vijfendertig jaar zitten we volop in het groen en genieten we ieder seizoen van alle kleuren, die de bomen en struiken ons geven. En ja, nu moeten we ook volop snoeien en knippen, want anders groeit alles dicht. Vroeger snoeiden we gewoon handmatig met de heggenschaar. We hebben er wel vijf, maar we gebruiken ze niet meer voor de hagen. Tegenwoordig haalt Jaap bij vriendin Jannie de motorzaag en knipt hij in één middag alles. Ik mag blad harken. Dat vind ik wel leuk om te doen. Het ruimt zo lekker op en als je klaar bent is het pad weer zo lekker breed. Maar nog steeds kan ik me verbazen over zóveel bomen en struiken op dit schrale stukje land in Otterlo.

Betsy

2 juli

Geplaatst op 05-07-2015

Juli is de maand voor muziek festivals. Lees verder...

24 juni

Geplaatst op 24-06-2015

De eerste dahlia’s bloeien bijna. Eén of twee zonnige dagen en de knoppen gaan open. Op de kwekerij hebben we honderden potten staan, dit voorjaar geplant in 3-liter potten. De dahlia had jarenlang een beetje een oubollig imago. Het was echt een plant voor ouderwetse boerentuinen, waar een rij grootbloemige en hoge dahlia’s werden aangeplant langs de achterkant van de moestuin. Soms zag je ze staan aan de zijkant van een oprit naar een boerderij. Als je wilde meetellen in de wereld van de trendy tuinmensen, dan moest je niet met dahlia’s komen aanzetten. Veel te gewoon, veel te lastig met al die dikke glimmende oorwormen tussen de bloemblaadjes en veel te bewerkelijk door het omwaaien van de zware bloemstengels. Het tij is sinds een paar jaar volledig gekeerd. Door veredeling en selectie zijn veel nieuwe cultivars ontwikkeld, die lager en compacter zijn. Ook zijn er mooie donkerbladige soorten op de markt, sommigen met gekruld of gekarteld blad. Die hebben een bijzondere sierwaarde. De dahlia is een eeuwenoude bloem, al in de vijftiende eeuw bekend bij de Azteken in Mexico, waar hij gebruikt werd als eetbare knol. Deze “Herfstkoningin” werd in de achttiende eeuw meegenomen naar Europa en vernoemd naar de Zweedse botanicus Dahl (leerling van Linnaeus). In Europa werd de dahlia niet gegeten. Men vond de knollen vies, maar de bloemen vond men geweldig. Aan de Europese vorstenhoven wilde men absoluut de mooiste dahlia’s hebben. Toen die rage een eeuw later was uitgewoed, werd het een gewone burgerplant. Denk maar aan de lage pomponsoorten. Maar nu staat de dahlia weer helemaal in de schijnwerpers. En terecht. Er is geen plant, die vanaf juli tot aan de eerste nachtvorsten in oktober zó rijk en met zóveel mooie kleuren bloeit. Het hedendaagse succes van de dahlia heeft ook te maken met de toepassingsmogelijkheden. De moderne tuinmens heeft ontdekt dat je dahlia’s prima in de pot op terras of balkon kunt zetten. Wat een gemak. Je hoeft de bollen niet te planten of te rooien. Je koopt gewoon een paar potten bloeiende dahlia’s op kleur en je hebt meteen een fleurig geheel. Na verloop van tijd zet je ze een keer op een andere plaats, of je vult er een kale plek in de siertuin mee op. Of je koopt de potten pas ná terugkeer van vakantie en voilà je terras is weer helemaal tiptop. Op onze kwekerij hebben we tientallen soorten staan, van groen- tot donkerroodbladig, met grote of kleine bloemen, met rond of gekarteld blad. Met witte, gele, roze, abrikooskleurige, oranje en rode bloemen. Het is een feestbloem.

Betsy

19 juni

Geplaatst op 19-06-2015

Wie deze pagina leest, maakt kennis met onze nieuwe website. Dat is wel even wennen, een dergelijk professionele outlook. Of niet soms?. Tot nog toe wisten we ons te behelpen met ons ouwetje, waar ik eigenlijk best tevreden mee was en waarmee ik ook goed wist te werken. Maar volgens de kenners (lees vooral jongeren) zag het er allemaal veel te ouderwets uit en gaf het niet voldoende mogelijkheden voor de moderne gebruiker. Allerlei termen vlogen me om de oren: keywords, html, sitemap, images, alt-tag, inline-case, meta-tags, enz. Kortom, er moest dringend gesleuteld worden aan onze website. Dat heeft er uiteindelijk in geresulteerd dat onze websitebouwer, achterachterneef Dirk een compleet nieuw geheel in elkaar gezet heeft. Het is nog niet af, maar we zijn weer online. Als het goed is zijn we nu ook prima te bereiken voor de smartphonegebruiker en is onze minicamping uitstekend te vinden op Google Maps. Ik ben benieuwd. Wat is er in tien jaar tijd veel veranderd op het gebied van informatievergaring. Wie zie je nu nog met een ouderwetse kaart zoeken naar een bestemming? Wie heeft er eigenlijk nog een dergelijk kaart. Ja, ik heb er nog tientallen: allerlei autokaarten en feitskaarten. Ik ben eraan verknocht, maar ik doe er verder niets meer mee. Zo gaat het ook met naslagwerken en encyclopedieën. Als ik iets wil weten ga ik, net zoals de hele wereld dat doet, googlen. Misschien wel het nieuwste van deze tijd, dat het meest gebruikt wordt. Maar hoe zal het over tien jaar zijn? Daar ben ik toch zo benieuwd naar. Kijk, we weten hoe het was en hoe het is, maar niet hoe het zal worden. Hebben we dan nog een smartphone? Waarschijnlijk niet. Hebben we dan allemaal een chippie in onze arm, die op onze mondeling gestelde vraag meteen verbinding zoekt met een databank. Zit er misschien een klein robotje in de chip, dat het antwoord in ons oor fluistert en ook meteen doorseint naar onze individuele databank. Kan de chip misschien onze positie doorgeven aan iedereen met wie we verbinding willen hebben? Ik weet het niet. Eén ding is zeker. Niets blijft zoals het is.

Betsy